Historie van de zeeschouw
De historie van de zeeschouw
Wat is er nou mooier dan een zeilavontuur op een authentiek vissersschip, een Hoornse schouw? Zoals de vissers jaren geleden het IJsselmeer op voeren. Hieronder lees je een korte geschiedenis van de boot. En schipper Arjen vertelt je er graag meer over.
De zeeschouw of Hoornse schouw is een vissersschip van het IJsselmeer na de afsluiting van de Zuiderzee in 1932. Ze waren in Hoorn populair maar werden door vele andere vissers besteld in Makkum of werven langs het IJsselmeer. Schepen als de botter, kwak en kotter waren na de afsluiting niet meer rendabel. Slechte vangstresultaten dwongen de Zuiderzeevissers er toe over te gaan op een eenvoudig en goedkoop te bouwen, maar toch robuust en zeewaardig scheepstype, dus waren deze relatief kleine en goedkope stalen schepen een uitkomst.
De eerste zeeschouwen werden rond 1900 in Lemmer gebouwd. De Hoornse schouw heeft een minder vlakke zeeg dan het Lemster type, zodat de kop en daarmee het voordek van de Hoornse schouw hoger oploopt. Het vaartuig is uitgerust met twee zeezwaarden en een aangehangen roer. Voor de mast is het gedekt en midscheeps staat de bun. De tuigage bestaat uit een grootzeil met een rechte gaffel, een botterfok die doorloopt tot achter de mast en een kluiver op een kluiverboom.
Ze werden gebruikt voor de visserij op paling en snoekbaars. Ze zijn uitsluitend in ijzer gebouwd en vaak meteen van een hulpmotor voorzien. Deze schepen werden door de oudere vissers smalend spekbak genoemd, wat niets zegt over hun zeilcapaciteiten, want in het algemeen waren het goede zeilers. De zeeschouw wordt als jacht dus met kajuit, nog steeds gebouwd.
In de collectie van het Zuiderzeemuseum bevindt zich een Hoornse schouw uit 1930.

